zondag 8 november 2015

Green@ plantsflowersfruits, reading the novel De trofee.

As the story continues, see also previous blogs...

kan thuisbrengen in de compartimenten van mijn leven en van mijn opgroeien. (130)

Ach, er was ook nog ergens een geranium, op een balkonleuning. Hoe kwam het dat ik ieder blaadje dat de lucht rood kleurde en iedere meeldraad in zijn kelk zag? Hoe kwam het dat ik de geur opving van een geraniumbkad dat ik tussen mijn vingers fijnwreef? (132)

op de plaats waar zich ooit een vreedzame woonwijk van vrijstaande huisjes en bomen met bruine, rammelende, merkwaardig gedraaide peulen uitstrekte. (145)

Honden die als gevolg van de sloopwerkzaamheden zonder baas waren komen te zitten, blaften woest  naar ons, alsof ze nog een denkbeeldige tuin bewaakten. (152)

En plotseling, tijdens het slingeren van de tram, kreeg ik haar, als een voorgevoel , in het oog: groot en pluizig, schuchter en hulpeloos, gezeten op een bankje in een smerige tuin. Achter haar een huis in de kleur van lupus erythematodes, met een houten trap die uitkwam op een dichtgemetselde deur. (156)

een paviljoen midden in de bossen, De dief van Bagdad voor ons werd vertoond, waarin doordeweeks holle binnenkant van een reusachtig standbeeld, zo hoog als een flatgebouw, een harige zwarte spin van het formaat van een olifant langs een draad afdaalde. (160)

Zelfs mijn moeder kon zich dat niet voorstellen, en ze daagde me steeds uit om een wedstrijdje te doen ( want ik hing toch de hele dag asn het getouw en speeldecekectricuennetje): Mircisor, zeg eens, wat denk je dat dit gaat worden? Volgens mij wordt het een bloem met groene bladeren, want kijk maar, ik heb groen en karmozijn... en een beetje granaatappel. Nee, het wordt een hert, zei ik dan lukraak, en. (162)

Na verloop van tijd begon mijn moeder vals te spelen bij ons spelletje waarbij je moest raden wat voor afbeeldingen het kleed bevatte. Ze hield zich niet meer aan het voorbeeld op het kartonnetje, en op de plaats waar een fazant met gespreide vleugels had moeten komen, verscheen plotseling ( maar niettemin  kwellend traag) een pioenroos waarvan de blaadjes zich zo fris en rijk openden, dat je de neiging had hem te plukken, en dat kwam alleen doordat ze, toen we er allebei naar raadden, had gezegd dat ze dacht dat het een pioenroos werd.(165)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten