vrijdag 20 november 2015

Plant denken, wood, a so called dead plant in life

De vrouw leek te aarzelen, maar plotseling klaarde haar gezicht op: 'Aha, hier is-ie!' zei ze, en ze toonde hem, in de heg van twijgen en doorns, een poort van gevlochten takjes die vrijwel niet opviel. (331)

In plaats van een grendel had de deur in de heg een houten plank, zoals plees op het platteland. De vrouw in het zwart deed hem open en voor Herman openbaarde zich, voorbij het poortje, een verbijsterend landschap. Het was een met bloemen overdekte vallei, omringd door heuvels waarop wijngaarden en bongerds baadden in de zon, (331)

, een vuurwind opstak die over het landschap veegde, de dauwdruppels in de kelken van de bloemen ontstak en de poten van de zich aan de bladeren vastklampende grasgroene sprinkhanen doorzichtig maakte.(331)

Ze daalden af in de vallei, waar de veelkleurige bloemen hun tot de heupen reikten, ze raakten besmeurd met stuifmeel en met kleverige vloeistoffen die uit de weelderige kelken druppelden, (331)

In het gras, onder hun voetstappen, welde een ijskoud beekje op, dat zijn vloeibare lokken tussen wortels en gelig ronde bladeren uitspreidde en enkele irissen als verfrommeld carbonpapier bewaterde. Ze gingen zitten in het laagste deel van de vallei, tussen de bloemstengels, die zich welhaast boven hen sloten. (332)

Ze namen door de doorschijnendheid van de bladeren en stengels waar hoe een witte melk naar de bloesems opsteeg. Ze onderscheidden in de bloemblaadjes, als door broze vliesjes heen, haarvaten, zenuwen, zweetklieren. Sommige bezaten papillaire lagen als vingers, andere een soort oogleden met wimpers. Bij weer andere stak te midden van dieprode franjes een lange, stijve stamper omhoog, mrt een heldere, kleverige drop bovenin. De vrouw kwam overeind op haar knieƫn en likte voorzichtig de viskeuze druppel van de dichtstbijzijnde stamper. 'Hij js zoet, het is nectar,' zei ze, en ze zeeg weer neer te midden van de bloemen.(332)

Zo bleven ze zitten, beregend door stuifmeel en badend in verlangen, totdat ten slotte de vlinders kwamen.(333)

,kwamen vast te zitten in populieren en platanen, raakten door open ramen verzeild in de vlam van gasfornuizen en in het bed van geliefden, (333)

,het tijdstip waarop de vlinders verschenen en waarop het vruchtvlees van de abrikozen in de boomgaarden rondom honingzoet werd, had Soiles moeder gewacht, ineengedoken naast Herman in die met bloemen overgroeide kloof. Vanuit hun kazemat van vervlochten vegetatie, waar ze werden aangevallen door duizendpoten. (334)

Hij klapwiekte loom boven de zee van bloemen, in een werveling van andere schubvleugelen, vleesgeworden uit het gekladderd van de ruimte boven de groene heuvels. (335)

verlieten ze de vallei en zochten de poort in de twijgenheg. (336)

Op het tafeltje stonden, vermenigvuldigd in de spiegel, een vaas met enkele rozen van zwarte stof, een hoop parfumflesjes en een dikke rode, bijna helemaal opgebrande kaars, de enige lichtbron in het boudoir, eveneens verdubbeld in de spiegel en nauwelijks in staat om de schimmen uit het vertrek te verjagen. (337)

Daar had hij zich weer opengevouwen als een bloem en was hij roerloos blijven zitten, triomfantelijk en verzadigd, klaar voor een nieuwe vervelling, (341)

Ze daalde af Nasr de bodem van deze uitredt hoge vertrekken, ging door verrotte deuren en kwam tenslotte uit in een verzonken slaapkamer, waarvan de vloer bestond uit zand vol met zeeanemonen en krabben. Ze rolde zich op op het grote bed, onder het laken dat zwaar was van de algen, en viel daar in slaap, terwijl er glanzende luchtbelletjes uit haar mond ontsnapten. (343)

De vensters hadden geen kozijnen meer, uit hun onregelmatige openingen staken stevige onkruidstengels naar buiten. (343)

Meer gebocheld dan ooit tevoren ging hij naar buiten, doorliep de tuin met het verschroeiende groen en bleef aarzelend staan toen hij bij de omheining van zwarte spiesen was aangekomen . (344)

Herman draaide zich om en richtte zijn schreden weer naar het paarse huis, waar langs de muren nu lege gebroken bloempotten stonden opgesteld. (344)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten